Maar soms zit er een dag tussen dat het lachen ons even vergaat en we onze tranen moeten wegslikken. Dan komt er een nieuwsbericht binnen, waar je stil van wordt. Als journalist hoort dit bij de job. Maar je bent ook mens en in mijn geval ook moeder en dan zijn sommige nieuwsberichten te vreselijk om te bevatten. Zo ook gister, toen we ‘s morgens vroeg de studio binnenkwamen en het familiedrama uit Dordrecht tot ons kwam. Ik had geen brok, maar een vlijmscherpe steen in mijn keel. Verslagenheid, ongeloof, en zomaar een paar superlatieven die op zo’n moment toepasbaar zijn. Als mens hebben we een soort mechanisme ingebouwd om een dergelijke situatie op ons eigen leven te leggen. Jezus, stel je toch voor dat jouw twee eigen kinderen door je man worden doodgeschoten en dat hij jou ook het leven wil ontnemen en tot slot dat van zichzelf… Een ondragelijke gedachte, die door je ziel schiet als een brandend mes. Terug naar gisteren. Het is bijna 6:00 uur en we moeten live, ik haal drie keer diep adem en ik focus me weer op waar ik ben, in de studio. Dan is daar die tweede gedachte. Stel dat het mij zou overkomen? Dan zou ik ook dood willen zijn…. Dat kun je als moeder toch niet aan?
Hier, in de studio, praten we er over. On-air, maar ook off-air. Terwijl Jan Smit vrolijk zingt “Als de Morgen is Gekomen’, komen wij achter steeds meer details. De kinderen, waren twee meisjes. Eén van 8 en één van 12 jaar oud. De vader, en tevens de dader, was een politieagent. Een politieagent? Hoe kan dat nou? Iemand die de verantwoordelijkheid heeft voor vele mensen die zo’n daad verricht? Ik moet meteen denken aan de piloot van German Wings. Ook een gebroken ziel, die in zijn functie onschuldige mensen zijn wanhopige graf mee in sleurde. Hoe kan het toch dat mensen die zo gebroken zijn, tot zoiets in staat zijn? Ik zou willen dat ik daar een antwoord op had, maar dat heb ik natuurlijk niet. Je weet niet wat achter gesloten deuren gebeurd. Je weet niet wat deze vader er toe heeft aangezet om in de donkerste delen van zijn gedachten naar een antwoord ze zoeken. En dat het enige antwoord was: Zijn bloedeigen kinderen mee de dood in nemen.
Het is 7:00 uur. Het bericht dat de moeder ook is overleden komt binnen. We zijn stil. En zonder het hardop te zeggen, denk ik dat het voor haar moederhart misschien beter is. In de 41 jaar dat ik hier rondloop heb ik geleerd dat ik niet mag, maar vooral niet kan oordelen over andere mensen. Ik kan wel verongelijkt doen over de kassa-juf die me geïrriteerd aankijkt als ik te lang naar mijn bonuskaart aan het zoeken ben, maar misschien heeft ze wel net een uur daarvoor gehoord dat haar moeder ongeneselijk ziek is. Of die ene buurman die altijd zeurt over het feit dat ik mijn vuilnisbak te vroeg buiten zet. Misschien is hij nooit over de dood van zijn grote liefde heen gekomen waar hij 50 jaar mee samen was.
Laten we alsjeblieft een beetje lief zijn voor elkaar.
Onze gedachten gaan uit naar alle nabestaanden. De familie van de slachtoffers, de collega’s bij de politie, hun buren en de klasgenootjes van de meisjes. Onze harten zijn bij jullie.